Impact van het tweelingverlies

Is er een verlies dat dieper gaat dan het verlies van je tweelinghelft?

Voor veel lotgenoten is het antwoord ronduit “nee”

En dat is ook niet zo vreemd, er zijn maar weinig mensen waar je zoveel mee deelt, zo diep verbonden mee bent, tot in je genen aan toe.
Dat dit verlies zo’n enorme impact op je heeft is dan ook heel normaal, het zou pas vreemd zijn als het weinig invloed op je heeft.
Het is dan ook een verlies dat heel diep ingrijpt in jezelf, in wie je bent, en wat je bent, je verstand zal als snel zeggen dat je geen tweeling meer bent. En het tweeling zijn heeft je nu juist gemaakt tot wie je bent, altijd net even anders als de mensen in je eigen omgeving.
Tweelingen worden nu eenmaal geboren met een “wij” bewust zijn, en dat is wezenlijk anders dan een “ik” bewust zijn.

Als een overweldigende meerderheid van de lotgenoten op de vraag of er gevoelsmatig een stukje van hem of haar is achtergebleven luid en duidelijk “Ja” antwoord, dan is het tamelijk kortzichtig te denken dat het “stukje gevoel dat achterblijft” geen invloed op ons heeft. Datzelfde gaat ook op voor het “deel van onszelf” dat we verliezen, veel lotgenoten zullen vertellen dat er iets van jezelf gestorven is, draadjes zijn verbroken, iets losgeschoten of een stuk geamputeerd is.

Psychiater George Engel (1975), die zelf een tweelinghelft verloor vond drie factoren die het verlies van een tweelinghelft van andere verliezen onderscheid: een vervaagde ego (waaronder de verwarring over wie er overleden is), verlies van identiteit (wie ben ik ?, ben ik nog tweeling ?) , en een gevoel van versmelting met de overleden tweelinghelft, waardoor het lang kan duren voordat je accepteert dat de ander werkelijk dood is. Ook het gevoel de helft van jezelf verloren te zijn is bekend, en het verlies aan levenslust(Case, 1991).
Dit zijn elementen van de impact van het verlies die een grote rol spelen. Dit zijn nou net die delen waar hulpverleners geen weet van hebben, zich er niets bij kunnen voorstellen, en het al helemaal niet kunnen voelen.

Rouwzorgverleners en psychologen gaan ervan uit dat het verlies van een partner of kind, de zwaarste vorm van verlies is. Maar bij onderzoeken naar de diepte van de rouw worden tweelingen meestal van deelname uitgesloten omdat ze hen als uitzonderingen zien, die een voor het onderzoek complicerende factor zijn.

Onderzoek onder lotgenoten (Segal en Bouchard, 1993) en (Nancy Segal, 2002) laten zien dat het verlies van een tweelinghelft onder een-eiige tweelingen meer stress oplevert dan andere vormen van verlies, onder twee-eiige is de stress iets lager. Hierbij moet wel worden opgemerkt dat aan deze onderzoeken bijna alleen vrouwen hebben mee gedaan, maar bij een Nederlands onderzoek (v.d. Pol, 2008) zijn verschillen tussen één of twee eiig niet naar voren gekomen.

In Nederland is er tot nu toe nog nauwelijks aandacht voor geweest, dat wat er al wel is, zal bij hulpverleners (nog) niet bekend zijn. Bovendien is het nog maar de vraag of een hulpverlener voor een enkele lotgenoot die hij of zij in de praktijk tegenkomt, zichzelf in deze gecompliceerde materie zal willen verdiepen.
De impact van het verlies van een tweeling helft is dan ook een onderwerp waar nog veel onderzoek naar gedaan moet worden, en waar nog veel over bekend gemaakt moet worden.

Dit artikel is een samenvatting, het volledige artikel is voor leden in het forum te lezen.