Tweelingverlies

Inleiding tweelingverlies

Men is er altijd vanuit gegaan dat het verliezen van een partner of een kind het zwaarste verlies is waar je als mens mee geconfronteerd kunt worden. Als er al onderzoeken werden gedaan naar rouwverwerking, werden tweelingen van deelname uitgesloten omdat tweelingverliezen werden gezien als een complicerende factor. Natuurlijk heeft het geen zin om verliezen en de gevolgen voor de nabestaanden met elkaar te vergelijken, wij willen dan ook geen enkel verlies bagatelliseren, elke nabestaande verdiend begrip, aandacht en steun. Ondanks dat kunnen we wel constateren dat het verlies van een tweelingbroer of tweelingzus, de impact ervan en de gevolgen toch altijd zijn onderschat.

Gelukkig begint er nu wel iets meer aandacht te komen voor lotgenoten die een tweelinghelft hebben verloren, en komt er informatie vrij uit onderzoeken naar het verlies van een tweelinghelft. Maar belangrijker is nog dat lotgenoten nu zelf hun verhalen en ervaringen met elkaar kunnen delen.
Of het verlies van een tweelinghelft nu bekeken wordt vanuit het perspectief van evolutionaire psychologie, biologische psychologie, rouwverwerking onderzoek of gewoon vanuit wat lotgenoten er zelf over vertellen, de impact van tweelingverlies, en de gevolgen van dit type verlies is enorm groot.

“in evolutionaire termen uitgedrukt is de intrigerende kern van de zaak bij het verlies van een tweelinghelft, dat identieke tweelingen dichter bij elkaar staan dan bij hun eigen kinderen met andere woorden het verlies van een kind is verwoestend, maar het verlies van een tweelinghelft is voor hen nog traumatischer. Het lijden na het verlies van je identieke tweelinghelft overstijgt het lijden van de meeste, ja zelfs alle andere verliezen. Twee-eiige tweelingen echter hebben ongeveer evenveel verbondenheid met hun kinderen als met hun tweelinghelft, dus het verlies van een tweelinghelft moet voor hun even ingrijpend worden geacht.”. * Segal, N.L (2000) Entwined Lives: Twins and what they tell us about human behavior. New York: Plume. Isbn 978-0452280571

Onderzoeken onder lotgenoten laten dan ook consequent zien dat het verlies van een tweelinghelft, ook het verlies op jonge leeftijd, tot verliezen van de zwaarste categorie behoren, de impact groter is en de gevolgen dieper gaan en langer doorwerken. Tweelingen die hun tweelinghelft verliezen kunnen dan ook bevestigen dat er geen verliezen zijn die zo dichtbij komen, en zo diep op jezelf ingrijpen.

Het verliezen van een tweelingbroer of tweelingzus wordt nogal eens verward met andere vormen van gecompliceerde rouw, en vaak gediagnosticeerd als zijnde een trauma. Van de lotgenoten die hulp zochten van professionele hulpverleners geeft dan ook 80% aan dat zij niet de hulp vonden die zij nodig hadden, en dat zij zich niet begrepen voelden. Deze bedroevend slechte resultaten komen vooral voort uit het onbekend zijn met de speciale dynamiek van het tweeling zijn, en onbekendheid met de gevolgen van dit verlies die veel complexer zijn dan voor andere verliezen.

Ook in de directe omgeving is er vaak weinig begrip voor de diepte van het verdriet en de duur van de rouw. En maakt men vaak goedbedoeld de vergelijking met andere verliezen zoals het verlies van een ‘gewone’ broer of zus. Ook daar is er meestal weinig kennis over tweelingen, en komt men meestal niet verder dan basiskennis over eiigheid. Al valt dat natuurlijk niemand kwalijk te nemen.

Zoals elke tweeling weet is de bijzondere verbondenheid die tweelingen met elkaar delen uniek en bijzonder hecht, tweelingen hebben nu eenmaal het tweelinggevoel, een gevoel van eenheid dat eenlingen niet hebben, en ook niet zullen kennen. Deze speciale verbondenheid, die tot uitdrukking komt in het tweelinggevoel, maar ook de bijzondere manier waarop tweelingen hun identiteit ontwikkelen, zal ervoor zorgen dat ook het verwerken van tweelingverlies anders verloopt dan andere verliezen, met specifieke kenmerken die het verlies zwaarder maken.

Tweelingverlies bij volwassen.

Men denkt vaak dat tweelingen die een zelfstandig leven leiden minder moeite met het verlies hebben dan andere lotgenoten, dat is niet juist, veel tweelingen zullen juist vertellen dat in de periode dat ze het ouderlijk huis hebben verlaten de band met hun tweelinghelft sterker is geworden, dit komt vooral omdat ze dan niet meer, zoals in de pubertijd, de noodzaak hebben zich van de ander te onderscheiden. Het is vaak wel zo dat onafhankelijke en concurrerende tweelingen iets sneller in staat zijn de draad van het leven weer op te pakken, maar dat zegt verder niets over de diepte van de rouw. Juist vanwege de indruk dat zij zelfstandiger zijn, en een eigen omgeving hebben komen zij vaker in aanraking met uitgestelde en ontkende rouwprocessen, mede veroorzaakt door onvoldoende steun en begrip in de eigen omgeving. Het is bekend dat een deel van de tweelingen een soort telepathische band met elkaar ontwikkelen die met het ouder worden versterkt.

“Op Latere leeftijd zorgt het krijgen van kinderen en ook het lege nest syndroom ervoor dat de onderlinge band nog hechter wordt, Overlijdt nu een tweelingbroer of zus, zal dat effect hebben op een eventuele relatie met een partner. Ook de band met andere broers en zussen zal veranderen. Relaties die de rouwende geen steun of begrip geven, bloeden dood”. * Pol, A van de (2008) Afstudeerscriptie psychosociaal therapeut. Bennekom: augustus 2008

Voor tweelingen die geen zelfstandig leven hebben kunnen leiden zijn de gevolgen mogelijk nog groter. Door het wegvallen van de steun, goedkeuring, en bevestiging van hun vertrouwde tweelinghelft, kan de veranderde situatie nogal intimiderend zijn. Verlies van een tweelinghelft kan een vergaande verstoring van emoties en functioneren veroorzaken.

Veel misverstanden over tweelingverlies hebben betrekking op eeneiig of twee-eiigheid, men denkt vaak dat het verlies voor eeneiige zwaarder is dan voor twee-eiige tweelingen, er zijn inderdaad wel onderzoeken te vinden waar dat in naar voren komt, maar in onderzoeken waar men wel rekening houdt met de unieke band van tweelingen en de identiteitsvorming, komen er geen verschillen naar voren. Tweelingen zijn als we rekening houden met hun tweeling identiteit nu eenmaal meer dan eiigheid.

Bij twee-eiige tweelingen van verschillend geslacht is er ook vaak het vooroordeel dat het verlies van een tweelingbroer voor een zus zwaarder is dan het verlies van een tweelingzus voor een broer. Er is geen enkel onderzoek waar dat uit zal blijken. Opmerkelijk is nu juist dat mannen het verlies van hun tweelingzus met dezelfde emoties en vaak ook in dezelfde bewoording beschrijven. “Er is niemand, ook mijn echtgenote niet, die zo dicht bij me kon komen, zo diep met mezelf verweven is als mijn tweelingzus, vreselijk dat ik haar dat nooit heb kunnen vertellen”. De diepte van de rouw en de gevolgen van het verlies hangen dan ook meer samen met de unieke tweelingband en het delen van een tweeling identiteit. Door de speciale band die tweelingen nu eenmaal met elkaar hebben betekend afstand uitgedrukt in kilometers dan ook niet dat er afstand is in onderlinge binding en emoties.

In Nederland zijn nog lang niet alle gevolgen van tweelingverlies onderzocht, maar in andere landen is het een bekend verschijnsel dat tweelingen vaker binnen twee jaar na elkaar sterven en dat in het tweede jaar een verhoging van de sterfte cijfers te zien is. Een snellere psychologische en fysieke aftakeling onder lotgenoten is ook een bekend verschijnsel. Dit kan voor een deel verklaard worden door ouderdom, lijden aan dezelfde ziekte, maar ook door zelfdoding en de gevolgen van traumatische stress en het verlies aan “de wil om te leven”.

Tweelingverlies bij jong volwassenen.

Omdat jong volwassenen nog niet helemaal hun eigen plaats binnen de tweeling hebben gevonden, is verlies in deze periode vaak extra zwaar. Vooral in de pubertijd hebben veel tweelingen de behoefte zich van de ander te onderscheiden, waar vaak een felle concurrentie strijd aan vast zit, verlies in deze periode kan verwoestend zijn, en leiden tot een levenslange ontwrichting.

“we hebben best vaak met elkaar gestreden om anders te zijn, als hij naar links ging was dat voor mij al reden om naar rechts te willen. We wilden gewoon anders zijn, andere dingen met andere mensen. Ik voel me nu vaak schuldig om die strijd, en besef nu pas hoe dichtbij we eigenlijk stonden”.

Het ontwikkelen van een eigen identiteit binnen het patroon van de tweeling kan onder normale omstandigheden al moeilijk en verwarrend zijn.

“Verstoring van het nog niet helemaal gevonden evenwicht is dan ook ronduit tragisch”. Jong volwassenen weten dat de dood onomkeerbaar is, maar hebben vaak moeite hun gevoelens daarbij te verwoorden en te uiten, het verlies verstoort de eigen ontwikkelingsfase, waardoor zij zich levenslang anders kunnen voelen, verliezen het begrip voor de onbelangrijke dingen waar leeftijdsgenoten zich druk om maken, en kunnen zich terugtrekken uit het sociale leven, dit kan het verwerkingsproces aanzienlijk verlengen. “Ik heb veel vriendinnen waar ik ook wel mee kan lachen, maar ik voel me toch vaak anders, en begrijp ook niet altijd waar zij zich nou zo druk om maken”.

Verlies in deze levensfase zal vaker tot een groter schuldgevoel leiden dan voor andere lotgenoten.

“ik voel me altijd wel ergens schuldig aan, ik had dit gemoeten, dat kunnen doen, erbij moeten zijn, ik heb niets gedaan”.

In deze groep zien we dan ook vaak risicovol gedrag voorkomen, en soms (poging tot) zelfdoding. “Eigenlijk zou het me niets kunnen schelen als er iets met mij zou gebeuren, vervelend voor mijn ouders, maar voor mij .. ach wat maakt het uit”.
Voor jong volwassenen zien we vaak dezelfde gevolgen als voor volwassen tweelingen, maar de reacties zijn vaak heftiger en de impact groter. “Ik voel me vaak zo leeg en zo eenzaam, ik vraag me af of ik daar ooit nog overheen kom”. ”Ik wist niet dat het mogelijk was iemand zo intens te missen, zeven dagen per week dag en nacht”.

Ook de relatie met de ouders zal vaak veranderen, net als de relatie met andere broers en zussen. “Natuurlijk hebben zij het ook moeilijk, maar ik kan er wel eens kwaad om worden hoe makkelijk zij lijken verder te gaan, begrijp ik hun nou niet of zij mij niet”?

Veel jong volwassenen spreken later echter ook over de positieve kant van het doorlopen van het (vaak met extra aandacht en begeleiding) verwerkingsproces, noemen zichzelf sneller volwassen geworden, met meer liefde voor de mensen om hen heen, meer betrokken en met meer compassie naar anderen. “Behalve dan degene die zich druk maken om niets, denk ik wel dat ik mensen beter ben gaan begrijpen”.

Tweelingverlies bij kinderen.

Is het door tweelingonderzoeken, (oa. N.T.R., Minnesota Twin Family study) bekend dat op langere termijn de omgeving maar een beperkte invloed heeft, het is nu juist in de eerste levensjaren de omgeving die in hoge mate bijdraagt aan de ontwikkeling. Mede omdat het ‘zo leuk en schattig is’ om tweelingen hetzelfde te kleden en behandelen, maar ook omdat tweelingen zich de eerste levensjaren niet altijd bewust zijn van hun eigen persoonlijkheid, (ze kennen niet anders dan tweeling zijn) is er bij deze lotgenoten dan ook meestal nog sprake van een eenheid identiteit. Het is nu juist de eenheid identiteit waar het verlies zo hard aankomt en zo lang door dreunt.

“Ik denk dat ik niet echt kind heb kunnen zijn, voor mijn ouders hield ik me groot om hen niet nog meer te belasten, maar van binnen voelde ik me zo anders, leeg en eenzaam”.

Hoe de reactie van een lotgenoot op het verlies is hangt af van veel factoren, bewustzijn van een eigen persoonlijkheid, de ontwikkelingsfase binnen de tweeling, leeftijd, begrip van de betekenis van de dood, de invloed van het verlies op het hele gezin en de daaruit voortkomende stress.
Iets oudere kinderen hebben een grotere kans op een schuldgevoel, terwijl jongere kinderen vaak de last voelen van ‘het vervangende, perfecte kind’ te moeten zijn. “Ik voelde me vaak alsof alles wat ik deed onder een vergrootglas lag, ik heb wel eens geroepen ‘maar ik ben haar niet hoor’, ik heb daar nog steeds moeite mee”.
Een overeenkomst is dat kinderen de plaats en rol (het tweeling zijn) verliezen die zij niet kunnen vervullen of vervuld zien worden. “Ik heb misschien onbewust altijd gezocht naar iemand die mij weer compleet kon maken, dat lukt natuurlijk niet”.

De bijzondere uitdagingen voor ouders die een deel van een meerling verliezen, manifesteert zich veelal in een unieke ontwikkelingscontext voor het overlevende kind. Of ouders nu direct door het rouwproces gaan of dat zij het verwerken kort of voor onbepaalde tijd uitstellen, de impact op het overlevende kind is enorm). De voorkomende reacties van ouders op het verlies kunnen schadelijk zijn zoals overbescherming en onderwaardering van het nog levende kind. Zowel het overdreven beschermen als het onderwaarderen, kunnen ertoe leiden dat een lotgenoot moeite krijgt met het aangaan en onderhouden van normale, gezonde relaties met anderen.

Ouders komen door het verlies in een haast onmogelijke spagaat om enerzijds hun eigen verdriet en rouw te verwerken, en anderzijds de liefdevolle en zorgzame ouders te zijn voor de overlevende. Een taak die voor het hele gezin een zware belasting is. Toch blijkt dat hoe moeilijk het ook is, de lotgenoten die kunnen opgroeien in een warme liefdevolle omgeving, waar over problemen gepraat kan worden de beste kans maken op een “normale” ontwikkeling en een normaal leven kunnen leiden. Waarbij voor de ouders de loodzware taak de behoeften van de lotgenoot leidend te laten zijn, gedwongen praatsessies, verplichte rituelen en dergelijke kunnen tot een afkeer van de overleden tweelinghelft en nog vaker ook van de ouders leiden, en tot een negatief zelfbeeld van de lotgenoot.

“Als moeder vind ik het vaak heel moeilijk om aan rouwen toe te komen en tegelijkertijd er voor het gezin te zijn”.

Voor de ouders is het minstens zo belangrijk dat zij tijd voor zichzelf en voor hun rouwproces nemen. Belangrijker misschien nog is het rouwproces als gezin te doorleven.