Jong Tweelingverlies
Inleiding jong verlies.
Binnen het platform van Tweeling Alleen verstaan wij onder jong verlies de lotgenoten die bij het verlies van hun tweelinghelft nog zo jong waren dat zij weinig of geen bewuste herinneringen aan hun tweelinghelft hebben. Voor deze lotgenoten is het vinden van begrip daardoor vaak nog moeilijker dan voor andere lotgenoten. Dat terwijl voor veel van hen de gevolgen van het verlies voor henzelf maar ook binnen het gezin nog merkbaar zijn, en een grote impact kan hebben, en gevolgen voor de eigen ontwikkeling. Het komt vaak voor dat door het verzwijgen van dit verlies door de ouders, de lotgenoten niet altijd begrijpen wat de oorzaak is van de problemen en gevoelens waar zij tegenaan lopen.
Tweelingverlies rondom en voor de geboorte.
Tweelingverlies rondom en voor de geboorte voor een lotgenoot kan eigenlijk niet los worden gezien van het verlies van een tweelinghelft door ouders. Omdat zowel ouders als lotgenoten daarin een even grote plaats hebben en elkaar beïnvloeden, en het op alle betrokkenen een grote invloed zal hebben. Verscheidene mensen in zo’n gezin worden getroffen door de meest stressvolle vormen van verlies, ouders verliezen een kind, een lotgenoot verliest een tweelingbroer of tweelingzus, andere broers of zussen verliezen een broer of zus. De omgeving staat er meestal niet lang bij stil, de samenleving vergeet vaak het verlies van de tweelinghelft. Voor ouders die tijdens de zwangerschap een enkel kind, of alle van een meerling verliezen wordt het verdriet wel volledig erkend door de samenleving, maar als één of meerdere baby’s overleven, krijgen ze nog maar weinig sympathie.
“Ik heb me vaak verbaasd hoe makkelijk mensen over je verdriet heen walsen door te zeggen dat je toch nog een kind hebt”. Hen erop wijzen dat er een kind overleefde geeft nauwelijks enige troost.
Studies naar de reacties van ouders op verschillende vormen van verlies, laten zien dat ouders die een deel van een meerling verliezen net zo intensief rouwen als ouders die een enkel kind verliezen. Deze ouders hebben niet alleen evenveel verdriet, maar hun rouwproces wordt ernstig verstoord door de psychologische tegenstrijdigheden van het rouwen om het verlies en het gelijktijdig vieren van de geboorte van het overlevende kind. Ook voor deze lotgenoten kunnen reacties van de ouders schadelijk zijn, zoals overbescherming, de overlevende verwijten dat de tweelinghelft is overleden en soms zelfs afstoting van het overlevende kind, deze reacties kunnen tot ernstige persoonlijkheidsstoornissen leiden.
“Ik heb vaak het gevoel dat het mij werd kwalijk genomen, soms zelfs dat ik er misschien helemaal niet mocht zijn”.
Misschien minder ernstig, maar zeker als heel vervelend ervaren is dat ouders vaak het verlies en het bestaan van de verloren tweelinghelft verzwijgen, veel lotgenoten geven aan dat zij daar moeite mee hebben, en het een grote shock kan zijn dit later van anderen te moeten horen, vooral omdat zij zelf altijd “iets” gevoeld en zelfs gemist hebben. Een ander veel voorkomend probleem is dat het wel verteld is, maar dat lotgenoten niet met hun ouders over het verlies konden of kunnen praten, wat hen de mogelijkheid ontneemt het verlies als gezin te verwerken.
“Er kon gewoon niet over gepraat worden, terwijl ik dat nu juist zo nodig had”.
Aan de andere kant moeten ouders ervoor waken het verlies niet op te dringen en zo problemen creëren waar (nog) geen problemen zijn.
Het opvoeden van, maar ook het opgroeien in een gezin met een verlieservaring kan voor alle betrokkenen, vooral voor lotgenoten, verstrekkende gevolgen hebben, verwarring, onzekerheid, laag zelfbeeld, moeite met het aangaan van vriendschappen en relaties, bindingsangst, ook de tegenhanger verlatingsangst, soms zelfs het bewust verstoren van sociale contacten.
Waar het voor andere lotgenoten, zij het soms met moeite, nog lukt om enig begrip te krijgen, is het nu juist voor deze lotgenoten vaak het moeilijkst om aandacht en begrip voor hun verlies te vinden. Bijna alle zwangere vrouwen zullen vertellen dat zij al tijdens de zwangerschap een band met hun kind ontwikkelen, dat is vrij algemeen geaccepteerd. Wat is er dan vreemd aan te accepteren dat tweelingen dat ook al tijdens de zwangerschap ontwikkelen?
“Ik vind het nog het moeilijkst als mensen maar niet kunnen begrijpen dat je iemand kunt missen die je in hun ogen niet eens gekend hebt, terwijl je zelf wel die band voelt”.
Tweeling onderzoek, en de bijzondere manier waarop tweelingen hun identiteit ontwikkelen laten zien dat de eerste tekenen van bewustzijn samen gaan met het bewust zijn van elkaar, en tot een binding leiden die verder gaat en voor velen zelfs dieper is dan de band met de moeder. Bovendien zijn er onderzoeken en echo’s gemaakt tijdens meerlingzwangerschappen waarop is te zien dat er al in 12e week sprake is van contact met elkaar in de baarmoeder. Opnames gemaakt met moderne 4d echo technologie laten zien dat er al in de 16e week sprake is van “bewuste interactie”, en lijken tweelingen zelfs met elkaar te spelen. “Ik heb eens gefascineerd gekeken naar een programma over meerling zwangerschappen en zag fragmenten dat tweelingen in de buik met elkaar spelen, ik dacht nog ‘nu zal men mij vast wel gaan begrijpen’, maar dat bleek ijdele hoop”.
Ook voor deze groep lotgenoten hebben zij die de kans krijgen op te groeien in een liefdevolle omgeving de beste kans om zich goed te ontwikkelen. En ook hier is het voor ouders zwaar om die omgeving te kunnen bieden, vooral omdat zij hun eigen verdriet vaak verborgen houden, toch is het voor alle betrokken juist beter om de gevoelens en emoties met elkaar te bespreken en met elkaar te delen, en het verlies als gezin te dragen en als gezin te verwerken.
“Hadden we er maar over kunnen praten, dan had ik me misschien meer met mijn ouders verbonden kunnen voelen”.
Noodzaak voor verder onderzoek.
Al is er ondertussen al veel bekend over jong tweelingverlies en de (mogelijke) gevolgen ervan, toch zijn er ook nog veel openstaande vragen. Vooral over het verlies tijdens de zwangerschap is er nog veel te onderzoeken. Ik wil er dan toch ook op wijzen dat we natuurlijk niet alle tegenslagen en problemen in het leven van lotgenoten aan het tweelingverlies kunnen of mogen toeschrijven. Een moeilijke jeugd kan ook wel eens gewoon een moeilijke jeugd zijn. Er is vooralsnog geen enkele medische ziekte of psychologische stoornis bekend die alleen bij tweelingen of overlevenden daarvan voorkomt. Er is geen “tweelingziekte”.
Er zal dan ook nog verder onderzoek nodig zijn om de gevolgen beter in kaart te kunnen brengen. Misschien kunnen ook hierin net als in de medische en psychologische wetenschap het nu juist tweelingen zijn die baanbrekend werk mogelijk maken.
Bronnen, noten en/of referenties:
Er zijn op internet websites en ook boeken te vinden van en over mensen die claimen dat er al vanaf de conceptie gevolgen kunnen zijn van het verlies van een tweelinghelft, met claims waarin wij niet voldoende herkenning vinden om daar in mee te gaan. Omdat naast herkenning van lotgenoten onderling, ook erkenning belangrijk is maken wij dan ook alleen gebruik van betrouwbare bronnen en onderzoeken waarvan de resultaten controleerbaar en verifieerbaar moeten zijn. En gaan daarbij uit van wat onze lotgenoten over hun verlies te vertellen hebben.
Binnen het platform van Tweeling Alleen en op deze site gaan wij dan ook niet verder dan de gevolgen van tweelingverlies tot kort voor de geboorte.